Financieel perspectief

Financieel perspectief

In deze perspectiefnota leggen we de financiële basis voor de komende jaren. We creëren structurele begrotingsruimte om (strategische) opgaven die langjarig doorwerken te financieren en houden voor latere jaren ruimte voor toekomstige investeringen en andere ontwikkelingen. In het vinden van de structurele begrotingsruimte hebben we gezocht naar een te rechtvaardigen balans tussen budget voor uitvoering van ambities en opgaven aan de ene kant en besparingen in de bestaande begroting en inkomstenverhoging aan de andere kant. In deze perspectiefnota bieden wij u een uitgebalanceerd pakket met maatregelen aan om de groei en de opgaven van de stad voor de komende jaren vorm te geven binnen het geheel van een structureel sluitend financieel meerjarenperspectief.
In 2020 sluit de structurele begroting op € 0,2 miljoen positief oplopend naar € 2,9 miljoen in 2023. Hierbij merken wij op dat onze financiële huishouding sterk afhankelijk is van de inkomsten vanuit het Rijk. Daarin zien we veel onzekerheden, maar ook kansen, die we op dit moment niet kunnen kwantificeren. In de komende circulaire over het gemeentefonds (mei of juni) verwachten we een eerste duiding van de mogelijke budgetaanpassingen te krijgen. De uitkomsten verwerken wij in de Begroting 2020. Naast het rijksbeleid blijft ook het sociaal domein volop onze aandacht vragen. Met name de jeugduitgaven nemen tot nu toe meer toe dan de geraamde volumeontwikkeling. We blijven de jeugduitgaven strak monitoren evenals de ingezette en in te zetten interventiemaatregelen om binnen de gestelde kaders te blijven. Via de ingestelde behoedzaamheidsmarge sociaal domein hebben we een financiële achtervang indien de verwachte besparingen later of lager uitvallen.
Het incidenteel financieel perspectief ziet er rooskleuriger uit. Door het voordelig jaarresultaat 2018, de vrijval van overtollige middelen uit projecten en reserves en de winstnemingen in de grondexploitaties neemt de incidentele bestedingsruimte behoorlijk toe. Ook de komende jaren worden, zij het afnemende, winstnemingen in de grondexploitatie verwacht. Het voorliggende incidentele bestedingspakket bedraagt circa € 23 miljoen. De resterende incidentele bestedingsruimte (circa € 14 miljoen) houden wij beschikbaar voor toekomstige investeringen en ontwikkelingen, waaronder afwegingen bij de Begroting 2020.
Het weerstandsvermogen om de risico’s op te vangen bedraagt € 26,5 miljoen en is in lijn met de afgesproken normratio van 0,8.

Structureel financieel perspectief

Het structureel financieel perspectief resulteert in een structurele begrotingsruimte van € 0,2 miljoen in 2020 en 2021, oplopend naar € 1,8 miljoen in 2022 en € 2,9 miljoen in 2023. Zoals hiervoor aangegeven zitten er veel onzekerheden in het rijksbeleid en zullen wij daarnaast ook ruimte voor toekomstige ontwikkelingen moeten houden. De beschikbare ruimte houden wij voor deze ontwikkelingen achter de hand.

Structurele begrotingsruimte (bedragen x € 1 miljoen)

2020

2021

2022

2023

Uitkomsten bij begroting 2019  (t/m 2022)

-1.0

-0,4

1,1

1. Autonome mutaties

1,4

0,8

0,8

3,0

2. Ontwikkelingen rijksbeleid

pm

pm

pm

pm

Actuele uitkomsten o.b.v. bestaand beleid

0,4

0,4

1,9

3,0

Voorgestelde ruimtescheppende maatregelen

3. Besparingen in bestaande begroting

1,4

1,8

1,8

1,8

4. Inkomstenverhogende maatregelen

1,3

1,4

1,5

1,5

Beschikbaar na ruimtescheppende maatregelen

3,1

3,6

5,2

6,3

Ruimtevragende maatregelen

5. Totaal bestedingsvoorstellen

-2,9

-3,4

-3,4

-3,4

Beschikbaar voor toekomstige ontwikkelingen

0,2

0,2

1,8

2,9

Ad 1. Autonome mutaties
De autonome mutaties resulteren in een positieve bijstelling van de begrotingscijfers. Dit is met name het gevolg van de economische groei die zich onder meer vertaald in een areaalgroei van de inkomsten. Daarnaast ontstaat de eerste jaren voordeel vanwege het later ontstaan van kapitaal- en beheerlasten dan eerder geraamd. Ten slotte is in deze perspectiefnota de jaarschijf 2023 voor het eerst opgevoerd.

Ad 2. Ontwikkelingen rijksbeleid
Er is veel onzekerheid omtrent de ontwikkelingen in het rijksbeleid. Enerzijds is sprake van mogelijke compensatie voor de tekorten op de jeugdhulp en de aanzuigende werking van de afschaffing van het abonnementstarief Wmo. Anderzijds zien we grote risico’s vanwege te verwachten onderuitputting op de rijksuitgaven en de met ingang van 2021 door te voeren grote herverdeling van het gemeentefonds. Diverse signalen (waaronder informatie van het Centraal Planbureau) wijzen er op dat het Rijk in 2018 t/m 2020 minder uitgeeft dan in de Miljoenennota 2019 (september 2018) geraamd. Deze onderuitputting op de rijksuitgaven vertaalt zich zeer waarschijnlijk door in een lagere accresraming.

Vanaf 2021 zal het gemeentefonds op basis van een nieuwe methode over de gemeenten worden verdeeld. Dit kan grote herverdeeleffecten met zich meebrengen. Zwolle ontvangt thans circa € 290 miljoen uit het gemeentefonds, 1% afwijking is gelijk aan bijna € 3 miljoen plus of min. De recentelijk ontvangen (zeer) voorlopige nieuwe verdeling van maatschappelijk opvang (beschermd wonen en Wmo begeleiding) pakken fors nadelig uit voor (de regio) Zwolle. Hoewel het om voorlopige uitkomsten gaat en het om een deel van het gemeentefonds houden we rekening met een nadelig herverdeeleffect.

Overige risico’s aangaande het rijksbeleid en afhankelijkheid van landelijke ontwikkelingen betreffen de verdeling van de BUIG-gelden (bijstand), het btw-compensatiefonds en de regeling specifieke uitkering Sport in verband met de btw-vrijstelling op sport. Eind april 2019 is het voorlopig budget voor de BUIG gepubliceerd. Op basis van de huidige bijstandsramingen verwachten wij een nadelig resultaat. Eind september wordt het definitief budget vastgesteld.

Over de compensaties voor jeugduitgaven, Wmo-abonnementstarief en accresramingen verwachten wij in de eind mei / begin juni te ontvangen circulaire van het gemeentefonds meer informatie te ontvangen. Ook verwachten wij dan actuele informatie te ontvangen over de ontwikkelingen van het btw-compensatiefonds. Indien alle gemeenten gezamenlijk meer btw bij dit fonds declareren dan vooraf geraamd, dan vindt verrekening via het gemeentefonds plaats. Met betrekking tot de regeling specifieke uitkering Sport verwachten wij voor de zomer meer duiding te krijgen op de financiële gevolgen voor Zwolle.

In deze Perspectiefnota ramen wij de genoemde kansen en risico’s pro memorie omdat we de ontwikkelingen onvoldoende kunnen kwantificeren. Zodra we relevante informatie over de genoemde risico’s ontvangen dan zullen wij u daarover informeren. Bij de Begroting 2020 zullen we de financiële vertaling opnemen van de begin juni te ontvangen gemeentefondscirculaire en overige rijksbeleid.

Ad 3. Besparingen bestaande begroting
In de zoektocht om ruimte te vinden voor de noodzakelijke en gewenste investeringen zijn de bestaande begrotingsbudgetten doorgelicht. Op basis hiervan leggen wij een totaalpakket aan besparingsmaatregelen voor van € 1,8 miljoen. Voor een groot deel gaat het om budgetaanpassingen omdat er ruimte in de bestaande budgetten bestaat. De besparingen zijn onder de betreffende programma’s toegelicht.

3.1 Specificatie totaalpakket € 1,8 miljoen besparingen bestaande begroting (bedragen in euro’s)

Specificatie totaalpakket

2020

2021

2022

2023

1. Exploitatieresultaat erfpacht etc

300.000

300.000

300.000

300.000

2. Cultuur

300.000

300.000

300.000

300.000

3. Sport

100.000

300.000

300.000

300.000

4. Collectieve zorgverzekering

500.000

500.000

500.000

500.000

5. Omgevingsdienst (vier jaar; totaal 8%)

30.000

60.000

90.000

120.000

6. Subsidies

230.000

305.000

305.000

305.000

Totaal ten gunste van algemene middelen

1.460.000

1.765.000

1.795.000

1.825.000

Naast dit totaalpakket geven wij invulling aan de afspraak uit het coalitieakkoord om de ontwikkeling van de zorguitgaven (jeugd, Wmo en participatie) binnen het afgesproken uitgavenkader te houden. Op basis van deze afspraak ligt er een opgave van € 11,1 miljoen om via transformatie- en interventiemaatregelen op termijn binnen het budgetkader te komen. In 2018 heeft de raad ingestemd met te nemen interventiemaatregelen (actuele stand € 5,8 miljoen) en als gevolg van eerdere besluitvorming wordt via maatregelen op toegang jeugdhulp € 1,0 miljoen aan besparingen verwacht. Het resterende bedrag verwachten wij via maatregelen in passende jeugdhulp / topsegment jeugd (€ 2,5 miljoen), door vervolginvesteringen in preventie en toegang jeugd te doen (€ 0,9 miljoen) en via scherper sturen op toekenning van Wmo-voorzieningen (€ 0,9 miljoen) te realiseren. Daarnaast zetten wij in op uitstroombevorderende maatregelen met betrekking tot de bijstand.

Voor het geval de (interventie)maatregelen later of minder financieel rendement opleveren, houden wij de zogenaamde structurele behoedzaamheidsmarge sociaal domein aan van € 2,5 miljoen. In de eerste jaren ligt de marge lager, mede omdat we op basis van voorlopige indicaties zien dat de besparingen grotendeels gerealiseerd worden. Bij de Berap 2019-2 informeren wij u over de actuele stand van zaken.

3.2 Totaalopgave budgetkader sociaal domein € 11,1 miljoen (bedragen x € 1 miljoen)

     Totaalopgave budgetkader sociaal domein

2019

2020

2021

2022

2023

1. WRA/Wezo

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

2. Beschermd Wonen

1,4

1,4

1,4

1,4

1,4

3. BSO+/dyslexie (jeugd)

0,2

0,3

0,3

0,3

0,3

4. Wmo – juiste wetten

0,2

0,2

0,3

0,3

0,3

5. Wmo – thuisondersteuning en pilot SWT

1,3

0,8

0,9

1,1

1,1

6. Collectivisering voorzieningen

0,5

1,0

1,5

2,0

3,8

3,9

4,6

5,3

5,8

7. Toegang jeugd

0,2

1,0

1,0

1,0

1,0

Totaal bestaande maatregelen

4,0

4,9

5,6

6,3

6,8

Nieuwe maatregelen:

8. Passende jeugdhulp/topsegment

0,5

1,0

1,5

2,0

#

9. Preventie jeugd en toegang jeugd

0,2

0,5

0,8

##

10. Wmo-voorzieningen

0,2

0,3

0,9

0,9

Totaal verwachte besparing

4,0

5,6

7,1

9,2

10,5

Besparing in financieel perspectief

4,0

6,1

8,2

10,2

11,0

Resterende opgave

0,0

0,5

1,1

1,0

0,5

###

Behoedzaamheidsmarge (restant)

1,0

2,0

2,5

2,5

2,5

#    De besparing op passende jeugdhulp / topsegment loopt in 2024 op naar € 2,5 miljoen.
##    De besparingen hangen samen met de vervolginvesteringen in preventie jeugd en toegang jeugd. In 2024 loopt de besparing op tot € 0,9 miljoen.
##    Jaarlijks zullen we beoordelen of de resterende jaarverschillen via voordelen op de diverse maatregelen kan worden ingeboekt of via inzet van de beschikbare behoedzaamheidsmarge.

Voor volumeontwikkelingen in de jeugd- en Wmo- uitgaven houden we conform eerdere afspraak jaarlijks budget beschikbaar in de meerjarenraming, evenzo voor mogelijke volumegroei vanwege de aanzuigende werking vanwege de invoering van het abonnementstarief in de Wmo. Na inzet om de doorwerking van het tekort 2018 op jeugd op te vangen resteren de volgende bedragen:

3.3 Stelposten volumeontwikkelingen jeugd en Wmo (bedragen x € 1 miljoen)

Stelposten volumeontwikkelingen jeugd en Wmo

2019

2020

2021

2022

2023

1. Volumegroei jeugd en Wmo

0,8

1,6

2,4

3,8

5,1

2. Abonnementstarief Wmo

0,3

0,6

0,9

1,0

1,0

Totaal

1,1

2,2

3,3

4,8

6,1

Ad 4. Inkomstenverhogende maatregelen
Om ruimte voor de gemeentelijke opgaven te vinden zijn de inkomsten doorgelicht en leggen wij een totaalpakket aan inkomstenverhogende maatregelen voor van € 1,5 miljoen. De maatregelen zijn onder de betreffende programma’s toegelicht.

4.1 Specificatie totaalpakket inkomstenverhogende maatregelen € 1,5 miljoen (bedragen in euro’s)

Inkomstenverhogende maatregelen

2020

2021

2022

2023

1. Parkeerbelasting (excl. vergunninghouders)

955.000

955.000

955.000

955.000

2. Toeristenbelasting

150.000

275.000

400.000

400.000

3. Precariobelasting

50.000

50.000

50.000

50.000

4. Begraafplaatsrechten

87.000

87.000

87.000

87.000

Totaal ten gunste van algemene middelen

1.242.000

1.367.000

1.492.000

1.492.000

Ad 5. Structurele bestedingsvoorstellen
Het totaalpakket aan structurele bestedingsvoorstellen bedraagt € 3,4 miljoen. Diverse structurele bestedingsvoorstellen moeten in samenhang worden gezien met de incidentele bestedingsvoorstellen. Bij de toelichting onder de programma’s is deze samenhang inzichtelijk gemaakt. Voor een totaalbeeld van de bestedingsvoorstellen verwijzen wij u naar bijlage 1.

Ad 6. Resterende structurele begrotingsruimte
De resterende structurele begrotingsruimte houden wij beschikbaar voor toekomstige investeringen en ontwikkelingen. Diverse ontwikkelingen worden in gang gezet en zullen op termijn tot een investeringsvraag leiden, zoals onderwijshuisvesting, het centrumgebied, mobiliteit, energie / warmtenet en klimaatprojecten.

Incidenteel financieel perspectief

De incidentele bestedingsruimte wordt vooral bepaald door beschikbare middelen in de reserve incidentele bestedingen, Stadsontwikkelfonds en de jaarlijkse resultaten uit de jaarrekening, grondexploitaties, beleidsrapportages en benodigde weerstandsvermogen. Na verwerking van de genoemde resultaten is in totaal ruim € 36 miljoen beschikbaar, waarvan € 2,4 miljoen in het Stadsontwikkelfonds en circa € 34 miljoen in de reserve incidentele bestedingen. In deze perspectiefnota leggen wij u een pakket aan incidentele bestedingsvoorstellen voor van in totaal € 21 miljoen en reserveren wij middelen voor topinnovatiecentra Polymer Science Park en onderhoud voormalig pand SMZ.
Na verwerking van de bestedingsvoorstellen resteert ongeveer € 14 miljoen aan vrije ruimte in de reserves, die wij beschikbaar houden voor toekomstige investeringen en ontwikkelingen.

Bestedingsvoorstellen

Tussen- telling

Mutaties

Restant

Stadsontwikkelfonds (vrije ruimte)

2.441.000

1.Reservering voor topinnovatiecentra PSP

-750.000

Resterend bedrag in het Stadsontwikkelfonds

1.691.000

Reserve incidentele bestedingen (vrije ruimte)

2.357.000

Toevoegingen:

2. Vrijval geparkeerde gelden jaartekorten bij begroting 2019

1.400.000

3. Overboeking surplus vanuit algemene concernreserve

a. Resultaat jaarrekening 2018

13.567.000

b. MPV resultaat 2019

12.795.000

c. Berap-resultaat 2019-1

3.531.000

d. Overige vrijval

500.000

30.393.000

Totaal beschikbaar

34.150.000

4. Bestedingsvoorstel onderhoud voormalig pand SMZ

-870.000

5. Bestedingsvoorstellen via de PPN 2020-2023

-21.115.000

Resterend bedrag in de reserve incidentele bestedingen

12.165.000

Totaal beschikbare bestedingsruimte voor toekomstige ontwikkelingen

13.856.000

Ad 1. Topinnovatiecentra PSP
Wij reserveren binnen het Stadsontwikkelfonds € 750.000 als investeringsbijdrage in het topinnovatiecentra Polymer Science Park. De definitieve aanwending van de gelden zullen wij u te zijner tijd via een afzonderlijk raadsvoorstel voorleggen.

Ad 2. Vrijval geparkeerde gelden jaartekorten bij begroting 2019
Bij de begroting 2019 zijn de jaartekorten 2020 en 2021, samen € 1,4 miljoen, gereserveerd. Op basis van het thans voorliggende financieel perspectief is sprake van een sluitende meerjarenraming. Dit betekent dat de gereserveerde gelden vrij inzetbaar zijn.

Ad 3. Overboeking surplus algemene concernreserve
Vanwege de toevoegingen van het voordelig jaarrekeningresultaat 2018, het MPV-resultaat 2019 en het Berap-resultaat 2019-1 kan er circa € 30 miljoen aan de algemene concernreserve worden onttrokken en worden toegevoegd aan de reserve incidentele bestedingen. Na de onttrekking resteert € 26,5 miljoen als weerstandsvermogen in de algemene concernreserve, hetgeen overeenkomt met de afgesproken normratio van 0,8 om de risico’s in de begroting middels de algemene concernreserve af te dekken.

Ad 4. Voormalig pand SMZ
Via een afzonderlijk raadsvoorstel ontvangt u een bestedingsvoorstel om € 870.000 vanuit de reserve incidentele bestedingen in te zetten voor het herstel van het pand van voormalig SMZ.

Ad 5. Overige bestedingsvoorstellen
De overige incidentele bestedingsvoorstellen bedragen in totaal circa € 21 miljoen en zijn onder de betreffende programma’s toegelicht. Voor een totaalbeeld van de bestedingsvoorstellen verwijzen wij u naar bijlage 1.